Leer deze oud Friese sport tijdens een interessante kaatsclinic van oud-kaatser Simon Minnesma!
Kaatsen wordt gespeeld door twee parturen van ieder 3 spelers. Een opslagspeler en twee perkspelers. Van deze twee moer er ook één opslaan. De bedoeling van het spel is om kaatsen te krijgen.
Op het speelveld van 61 x 40 meter ligt een perk van 19 x 15 meter. Hierin staan twee perkspelers. Van de tegenpartij slaat de opslager de bal naar het perk. Eén van die twee perkspelers slaat de bal het veld in. Hier wordt de bal door de opslaande partij gekeerd. Hier wordt een wit blokje geplaatst, 1e kaats. Vervolgens slaat de 2e opslager op. Ook deze bal wordt vanuit het perk teruggeslagen. Hier komt een rood blokje te liggen, de tweede kaats.
Afhankelijk van de stand wisselen de parturen als er één of twee kaatsen zijn gemaakt. de opslagpartij gaat nu naar het perk en het perkpartuur gaat naar de opslag. Het perkpartuur moet nu proberen de opgeslagen bal voorbij het witte blokje te slaan en vervolgens voor bij het rode blokje. Het team dat aan de opslag kant staat moet dit uiteraard proberen te voorkomen. Lukt het door het perkpartuur voorbij het blokje te slaan dan krijgen zij 2 punten; lukt dit niet, dan krijgt de opslaande partij 2 punten.
Nee hoor door het spel te spelen en door de deskundige uitleg van oud-kaatser Simon heeft u het in een mum van tijd onder de knie!